UGT1A1-gen

 Ook bekend als: Hyperbilirubinemie, Crigler-Najjar type I; HBLRCN1; Crigler-Najjar type II; Syndroom van Crigler-Najjar

Bevat:

OMIM#218800 https://omim.org/entry/218800

OMIM#606785 https://omim.org/entry/606785

  1. De ziekte

Een zeldzame, erfelijke aandoening van het bilirubinemetabolisme, gekarakteriseerd door ongeconjugeerde hyperbilirubinemie als gevolg van ofwel een volledige (type 1) ofwel gedeeltelijke en induceerbare (type 2) leverdeficiëntie van UDP-glucuronosyltransferase 1A1-activiteit. De aandoening manifesteert zich met neonatale geelzucht met een risico op het ontwikkelen van bilirubine-encefalopathie.

  1. De symptomen

De eerste klinische manifestaties verschijnen meestal kort na de geboorte, met geïsoleerde geelzucht die ernstiger is bij CZS type 1 (CNS1) dan bij CZS type 2 (CNS2). Bij CNS1 kan het evolueren naar bilirubine-encefalopathie (kernicterus) met hypertonie, doofheid, oculomotorische verlamming en lethargie wanneer de behandeling wordt uitgesteld of ontoereikend is. Bij CNS2 is het risico op kernicterus veel lager, maar bestaat het wel. Het ontbreken van vroege tekenen of symptomen sluit de diagnose niet uit.

  1. Te ondernemen maatregelen in geval van een vroege diagnose
  • Zuigelingen met een positieve genetische test (met 2 pathogene varianten of 2 kopieën van een enkele pathogene variant in het UGT1A1-gen ) moeten borstvoeding blijven geven. Vroegtijdige behandeling kan levens redden.
  • Het lichamelijk onderzoek kan geïsoleerde geelzucht aantonen en biologische analyses detecteren alleen ernstige ongeconjugeerde hyperbilirubinemie met normale leverfunctietests.
  • Abdominale beeldvormingsonderzoeken (CT-scans of echo’s) zijn normaal.
  • Momenteel is de definitieve diagnose gebaseerd op genomische DNA-analyse (waardoor de noodzaak van leverbiopsie wordt uitgesloten). In het verleden was de definitieve diagnose gebaseerd op het aantonen van de enzymatische deficiëntie in de lever (leverbiopsie uitgevoerd na de leeftijd van drie maanden); Leverbiopsie wordt echter niet meer uitgevoerd.
  • CZS is een levensbedreigende aandoening die levenslang beheer en regelmatige follow-up met een pediatrische gastro-enteroloog, diëtist en een multidisciplinaire benadering van zorg vereist.
  • Behandeling van CNS1 is gebaseerd op fototherapie (eerst in het ziekenhuis en vervolgens thuis) gedurende 10-12 uur per dag. Bilirubinechelatoren en ursodeoxycholzuur kunnen ook aan deze patiënten worden voorgeschreven.
  • Tot op heden is levertransplantatie de enige effectieve behandeling voor CZS1.
  • De behandeling van CNS2 bestaat uit dagelijks fenobarbital.
  • Erfelijkheidsadvies wordt sterk aanbevolen voor gezinsplanning en evaluatie van risicovolle familieleden zoals broers en zussen.
  1. Voor meer informatie

Orphanet

https://www.orpha.net/consor/cgi-bin/Disease_Search.php?lng=EN&data_id=242&Disease_Disease_Search_diseaseGroup=-Crigler-Najjar-syndrome&Disease_Disease_Search_diseaseType=Pat&Disease(s)/groep%20van%20ziekten=Crigler-Najjar-syndroom&title=Crigler-Najjar%20syndroom&search=Disease_Search_Simple